Saffraan – Crocus sativus
Safran ( Frans, Duits), Zafferano (Italiaans), Açafrão (Portugees), Azafrán (Spaans), Fan hong hua (Chinees), Ya faran ( Thais).
De crocus sativus is een bolgewas uit de lissenfamilie (Iridaceae). Deze krokus bloeit, niet zoals de meeste krokussen in het voorjaar maar, in het najaar. Safraankrokus komt in het wild niet voor maar is waarschijnlijk zo’n 4000 jaar in de late bronstijd ontstaan als een mutatie uit een crocus cartwrightianus, een krokus soort die in Griekenland in het wild voorkomt. Op Kreta en in Griekenland werd saffraan dus al in de oudheid gekweekt en was een belangrijk specerij en een oranje-gele kleurstof. De naam saffraan is afgeleid van het Arabische woord voor geel: zafarán of za’fran. Vanuit Griekenland is saffraan verspreid naar Egypte, Perzië en door Alexander de Grote met zijn troepen naar Azië gebracht. Bij de val van het Romeinse Rijk, werd de saffraan teelt door de Moren naar Europa gebracht, eerst in Spanje en later in Frankrijk en Zuid-Italië. Verdere geschiedenis kan je hier lezen.
Saffraan in eigen tuin
Saffraankrokus groeit in kalkrijke, droge grond. Het liefst heeft de saffraan hete, droge zomers nodig en koude winters. Onze nazomers/najaar zijn meestal te nat en te koud maar afgelopen jaren hebben we een droge nazomer gehad en in De Eetbare Siertuin van MergenMetz kwamen de krokussen in bloei. Wil je het zelf ook proberen, de krokussen zijn zeer geschikt om in potten te kweken. Potten zijn makkelijker op een zonnige droge plek in de tuin te plaatsen en met de juiste grond te vullen. Vanwege de late bloei zullen de bijen je ook dankbaar zijn als ze in je tuin groeien. In landen zoals India, Iran, Italië, Marokko en Spanje wordt op grote schaal Saffraan gekweekt.
Hoe oogst je je eigen Saffraan?
Saffraan bloeit, in 1 tot 2 weken, eind oktober, begin november. De bloemen openen vroeg in de ochtend bij zonsopgang en omdat de bloem snel verwelkt moeten ze voor 10:00 uur geoogst worden omdat ze anders hun aroma en kleur verliezen. (Hopelijk regent het niet rond de periode dat ze in bloei staan anders zorg dat de pot onder een afdakje op een zonnige plaats staat.) Je kan de bloem oogsten en daarna de stempels (die 3 bruin/oranje draden) eruit halen. De stempels moeten vervolgens gedroogd worden omdat ze een hoge vochtigheidsgraad hebben. Je kan ze ouderwets roosteren op een fijnmazige rooster boven een vuurtje maar het kan ook in de oven. Lees hier meer over het drogen.
Waarom is saffraan duur?
Om 1 kilogram saffraan te oogsten zijn ongeveer 85.000 bloemen nodig. De stempels worden handmatig geoogst en ‘geplukt’ en is zeer arbeidsintensief. Door het roosteren krijgen ze hun bekende uiterlijk maar er blijft maar 20% over van het gewicht van de verse stempels, een kilo stempels levert dus 200 gram saffraan voor consumptie.
Gebruik in de keuken:
Saffraan smaak is zoetig en een beetje hooi achtig maar wordt vooral in gerechten gebruikt voor de geel/oranje achtige kleur die saffraan afgeeft. Saffraan wordt in verschillende wereldkeukens gebruikt. De Perzische, Indiaanse, Arabische, Turkse maar ook de Europese keuken. Bekend is de Paella uit Spanje en de Bouillabaisse uit Frankrijk. In India zit het vaak in de rijst en curry gerechten. De kleurstof wordt ook gebruikt in de productie van boter, kaas en de patisserie, sauzen en likeuren.
Voor een “goedkopere” gele kleur in de gerechten worden ook andere plantaardige vervangers gebruikt bijvoorbeeld Safloer ( Carthamus tinctorius), Annatto ( Bixa orellana) en Geelwortel – Koenjit ofwel Kurkuma ( Curcuma longa) gebruikt. Behalve dat ze gerechten een kleur geven wordt Saffraan ook als weefsel kleurstof gebruikt in India en China.
Saffraanteelt in Spanje maakt op dit moment weer een comeback nadat het een aantal jaren geleden, vanwege het arbeidsintensieve werk en de groeiende welvaart, bijna verdwenen was. Vroeger werd met de opbrengst van de teelt een bruiloft betaald, gespaard voor een huis of luxe goederen. In de huidige Spaanse economie is elke verdienste weer meegenomen. Via YouTube kwam ik dit filmpje tegen een Documentary filmed by Adeline and Robert Royal, 2010.