Home » Blog » Pagina 3

Categorie: Blog

Zomer in de Eetbare Siertuin

Een nieuw filmpje van Jitske Jonkman, filmmaker en verslaggever bij TriggerFilm en de maker van Slow Foodies. Eerdere filmpjes zijn begin van de lente gemaakt, deze midden in de zomer. Norbert en ik vertellen hier over Stengelsla, Knopkruid en Mioga gember. Meer weten over wat er allemaal in onze tuin groeit en bloeit? Loop dan eens mee tijdens onze rondleiding op 29 augustus of op 19 september. Aanmelden kan hier

 

 

De Eetbare Siertuin in de media

De Eetbare Siertuin is al een paar keer in beeld geweest. Bij Slowfoodies en Omroep Gelderland. Voor degene die het gemist hebben, ik heb ze even bij elkaar gezet.

Jitske Jonkman, filmmaker en verslaggever bij TriggerFilm en de maker van Slow Foodies heeft twee leuke filmpjes gemaakt over De Eetbare Siertuin en de moestuin van Mergenmetz. Kijk naar het filmpje over Eetbare planten en vergeten groenten en  naar mijn verhaal in de Eetbare Siertuin, die er nog wel een beetje kaal uitziet. Inmiddels groeit en bloeit er weer van alles in de tuin.

Ook Rob Kleijs van de tuinen van Kleijs kwam langs, dit tuin programma wordt uitgezonden door Omroep Gelderland Ik kom vanaf minuut 20 aan het woord. Heb je de smaak te pakken van deze aflevering kijk dan ook de andere delen. Ik vind het een leuk tuin programma met een gevarieerd aanbod aan tuinen en moestuinen met veel tips en inspiratie.

 

 

Tuin in aanleg 2 : Aanplant tuin

De tuin is inmiddels aangeplant. Samen met de klant ben ik bij kwekerij ‘De Hessenhof ‘ geweest om de planten uit te zoeken. In de rechte border achterin de tuin en aan de zijkant onder de mooie magnolia zijn rododendrons geplant samen met een viburnum bodnantense ‘Dawn’. Als vaste planten hebben we voor varens, carex en hosta gekozen. Onder de magnolia ook nog een groep mooie primula ‘Guinevere’. In de golvende border is een luchtige beplanting van verschillende schermbloeiende planten zoals bronsbladige venkel, de roze bloeiende bevernel gecombineerd met vingerhoedskruid ‘Mertonensis’ en zeeuws knoopje. Voor een nazomer bloeier is gekozen voor zilverkaars en een herfstaster. In de ovaal staan zomerbloeiende planten als agapanthus, gaura, zonnehoed, lupine, salvia en siergras Sporobolus.

Golvende border met ‘bosrand’ beplanting met in het midden het ovaal beplant met zomerse ‘prairie’ beplanting.
Rhododendron, Carex, Hosta en Primula
Rhododendron, Carex, Hosta en Primula in de rand gecombineerd met varens

Bosplanten en Stinzen

Het voorjaar is de tijd voor vroeg bloeiende planten die onder bladverliezende bomen en struiken groeien. Ze worden ook wel bosplanten en stinzenplanten genoemd. Een aantal van deze planten zijn eetbaar. De bekendste is natuurlijk de daslook (Allium ursinum) maar ook de kraailook (Allium vineale), de grote bosaardbei (Fragaria moschata) en het bosaardbeitje zijn bekend, net als de sleutelbloemen. Dat van de adderwortel (Persicaria bistorta) het jonge blad gegeten kan worden en van de kuifhyacint (Muscari comosum) en tijgerlelie (Lilium martagon) de bollen eetbaar zijn is minder bekend.

Primula veris en Fragaria vesca
Primula veris en Fragaria vesca

Dit voorjaar wordt er een tuin (ontwerp buro harro) aangeplant waar ik, voor een gedeelte het beplantingsplan heb gemaakt met een grote variatie aan bos- en stinzenplanten. Van een aantal van deze planten pluk je in het voorjaar de jonge uitlopers of het jonge blad. Sommige eet je rauw, anderen moeten even gekookt worden. Ze zijn rijk aan vitaminen en mineralen. Bloedzuring, verschillende primula’s, maartse – en hoornviooltjes, eendagslelie’s, japans hoefblad en de struisvaren, maar ook hondstand en valse salomonszegel komen in de tuin.

Beplantingsplan Stinzetuin  Erve Kolkenstein
Beplantingsplan Stinzetuin Erve Kolkenstein

Een aantal van deze tuinplanten komen van oorsprong uit Japan.  In Japan gaan of gingen de bewoners in het voorjaar erop uit om jonge scheuten van verschillende planten te oogsten, in Japan noemen ze dit wildplukken ‘Sansai’, letterlijk: Groenten uit de bergen. Tegenwoordig gaan de meeste japanners voor deze planten de bergen niet meer in, ze wonen ver weg in de stad, ze kopen het in de supermarkt. Helaas verdwijnt er veel kennis over de eetbare planten door de vergrijzing van de bevolking en het wegtrekken van jonge mensen uit de bergdorpen. Hosta, Japans Hoefblad, Struisvaren, Eendagslelie en Duivelswandelstok worden geplukt maar ook de bekende paardenbloem, de gewone melkdistel en vogelmuur worden zowel hier in Europa als door de japanners geplukt en gegeten.

Japans hoefblad - Petasites japonicus
Japans hoefblad – Petasites japonicus

Terug naar het beplantingsplan, in deze tuin komen verschillende planten waarvan de smaken weer ontdekt moeten worden. Vergeten groenten, kruiden, vruchten, knollen en zaden die het verleden van onze Europese keuken naar boven halen maar ook nieuw te ontdekken smaken uit de Oosterse wereld en planten en kruiden die door de oorspronkelijke bewoners van Noord- en Zuid-Amerika geplukt en gegeten werden en nu weer ontdekt worden. Voor al deze, vaak bekende, tuinplanten is het wel raadzaam om te checken welke delen eetbaar zijn en in welke tijd van het jaar ze geoogst kunnen worden.

Natuurlijk moeten ze wel biologisch gekweekt zijn!

Foto Japans hoefblad: Wikipedia commons

Trachystemon orientalis

Wildpluk buitenland kan tuinpluk worden.

Behalve in Nederland wordt er in andere landen om ons heen natuurlijk ook in het wild geplukt. De mensen daar hebben nog veel kennis over de te eten en te vinden planten, kruiden en paddenstoelen. Vaak zijn dat dezelfde planten en kruiden als hier in Nederland, afhankelijk van de aanwezige grondsoort en groeiomstandigheden. Paardenbloemen, zuringsoorten, brandnetel, duizendknoop soorten, enz. overal groeien ze wel en worden ze geplukt en gegeten. Mijn interesse gaat uit naar planten die daar oorspronkelijk groeien en gegeten worden. Planten die daar bekend zijn als eetbaar maar hier vaak alleen maar als een tuinplant. Planten uit Turkije, de Balkan, of nog verder naar het oosten tot aan China en Japan toe.

Al lezend kwam ik een aantal planten tegen die in het voorjaar in Turkije geoogst worden en o.a. op de markt in Istanbul en andere plaatsen rond de zwarte zee worden aangeboden. Deze planten zijn rijk aan antioxidanten. Behalve de bij ons bekende Klein Hoefblad (Tussilago farfara), Papegaaienkruid ( Amaranthus retroflexus) en de Schapenzuring ( Rumex acetosella) kwam ik ook de Trachystemon orientalis tegen.

 Trachystemon orientalis

Trachystemon orientalis, in blad
Trachystemon orientalis, in blad

De Trachystemon is een plant uit de Borage familie en hier bekend als een bosplant die, op schaduw en halfschaduw plekken in de tuin, grote vlakken kan vullen met z’n grote blad. Ze bloeien in april en mei, als het blad net uitloopt, met mooie blauwe bloemen. De plant wordt zo’n 40 cm hoog. De Engelse naam is Abraham-Isaac-Jacob, (rare naam voor een plant maar gegeven vanwege het feit dat de kleur van de bloemen veranderd naarmate ze uitbloeien.) of Oosterse Borage. Van oorsprong afkomstig uit Bulgarije, Turkije en Georgië maar inmiddels, geïntroduceerd als tuinplant (1868) of meer recentelijk, meegenomen door immigranten als groente. De plant komt in Engeland en Duitsland al op verschillende plekken verwilderd voor. Of de Trachystemon in Nederland al buiten de tuinen gesignaleerd is, is niet bekend.

Trachystemon orientalis, jonge scheuten
Trachystemon orientalis, jonge scheuten

In Turkije word de plant plaatselijk verschillend benoemd o.a. Hodan, Galdirek, Kaldõrõk of Kalduruk. De gegeten delen zijn de bloemscheuten, de wortelstokken, het blad en de bloemen. De plantdelen worden zowel gekookt als gebakken in olie en met eieren gegeten. De wortelstokken (rizomen) en de bloemen worden ook wel ingemaakt.

Trachystemon  orientalis, bloem
Trachystemon orientalis, bloem

(foto’s: Wikipedia)

 

Januari, het begin van een nieuw tuinjaar.

Een nieuw tuinjaar ligt voor ons. Komende dagen wordt het warm, voor de tijd van het jaar. Het is nu 9 januari en er worden dit weekend temperaturen van 11/ 12 graden verwacht. Echt winterweer hebben we nog niet gehad maar met 1 dag sneeuw en een paar nachten vorst hebben we het alweer kouder gehad dan in de winter van 2014. Vooral nu de dagen langer worden gaat het bij de meeste moestuinders alweer kriebelen. Een enkeling zal alleen last hebben van een lichte verhoging maar nog even en de zaaikoorts zal bij menigeen toeslaan. Blijf nog maar even uit je tuin, er kan nog kou en vorst komen. Het enige werk op dit moment in de tuin is wat snoeiwerk, het planten en/of verplanten van heesters en bomen. (goede info te vinden op www.houtwal.be) Het beste is om deze maand bezig te zijn met plannen en bestellen.

Ervaren ( moes)tuinders weten al precies wat ze gaan planten, vaak hetzelfde als voorgaande jaren, af en toe wat nieuws. Ervaring leert, elk jaar een andere opbrengst maar ook een andere tegenslag. Zij zullen ook niet zo snel last krijgen van de zaaikoorts of zijn er in ieder geval goed op voorbereid. Wat 2015 gaat brengen, is afwachten. Hoe verloopt het voorjaar? de zomer? Veel regen of juist te weinig? Weer iets te veel slakken, muizen of konijnen in je tuin? Niet te voorspellen. Begin deze maand dus maar met het bestuderen van de zaailijsten en sites van verschillende leveranciers en spijker je kennis bij die je kan vinden op internet of in een van de vele moestuinboeken. En dan, als het tijd is en de zaaikoorts hoog oploopt in het hele land begin je met zaaien, verzorg je de planten met de nodige aandacht en geniet je van de oogst.

Moestuininformatie: http://www.mergenmetz.nl, http://www.smultuin.nl
Zadenverkoop: De nieuwe tuin, Zaadhandel Van der Wal, Vreeken zaden 

Tuinieren en plantenkennis heb ik o.a. doorgekregen van mijn vader en die weer van zijn vader en zo verder. De familie van Bergenhenegouwen is een bekende naam in de kwekerswereld. Begonnen als groente en kleinfruit kweker, maar ergens in de jaren ’20 van de vorige eeuw is de familie overgestapt op de teelt van vaste planten. Ik heb al eerder vermeld dat mijn Opa zijn eerste plantenkennis haalde uit de vele boeken die hij kocht. Uit een daarvan zal ik komende maanden wat laten zien door middel van foto’s. Het is een handboek voor de tuinder, vertaald in 1767, waarin kweek en oogsttips beschreven staan. Zo zie je maar, tuinboeken met kweektips worden al eeuwen geschreven en elk jaar worden ze weer opnieuw geraadpleegd om een zo goed mogelijk gewas te krijgen en een zo groot mogelijke opbrengst. 

 

 

Maandelykse Tuinoeffeningen, Philip Miller

Maandelijkse Tuin Oeffeningen

Toen ik dit prachtige oude boekje van mijn tante kreeg, afkomstig uit de plantenboekenverzameling van mijn opa, was ik blij verrast dat het nog in zo’n mooie staat verkeert. Veel van de oude boeken van mijn opa zijn veelvuldig gebruikt, zo’n beetje ‘stukgelezen’ zeg maar. Mijn opa heeft zijn plantenkennis en het kweken van planten geleerd uit de vele boeken die hij, wanneer er ook maar een beetje geld verdiend was, kocht. Veel oude boeken, ook al in die jaren ( 1920/’30). Het interessante van dit werk is, behalve dat het in 1767 vertaald is door een  Nederlander, is het ook leerzaam om te lezen welke ‘Kennis der Kruidkunde’ er al was en om de lijst van alle ‘Medicinale Planten’ door te nemen. Ik heb even opgezocht wie deze Philip Miller en wie Job Baster was en hoe zij elkaar kenden.

Philip Miller

Philip Miller ( 1691-1771) was een Engels botanicus van Schotse afkomst. Miller was hoofdtuinman (hortulanus) bij de Chelsea Physic Garden van 1722, tot aan zijn (gedwongen) pensioen kort voor zijn dood. Hij schreef “The Gardener’s and Florists Dictionary or a Complete System of Horticulture” (1724) en “The Gardener’s Dictionary containing the methods of Cultivating and Improving the kitchen Fruit and Flower Garden”, voor het eerst verschenen in 1731 en uitgebreid met acht delen. Deze zijn in het Nederlands vertaald door Job Baster. Door zijn overzichtswerken, die hij publiceerde in de tijd dat Linnaeus zijn Hortus Cliffortianus  uitbracht,  is hij de eerste bekende auteur van een groot aantal botanische namen. Hij wordt dan geciteerd met de afkorting: “Mill.” Miller had goede contacten met andere botanici in die tijd, zo verkreeg hij planten van over de hele wereld. Vele daarvan werden door hem, voor het eerst in Engeland, met succes gekweekt. Zijn kennis van planten was groot. Veel tuinmensen en mensen in de geneeskunde kwamen bij hem in de les, William Aiton (lees) hoofd tuinman in Kew en William Forsyth, een plantenverzamelaar naar wie de Forsythia is vernoemd.

Wie was Job Baster?

Job Baster is een achttiende-eeuwse geneesheer, geboren in Zierikzee ( 2 april 1711- 6 maart 1775). Hij werd bekend om zijn studies op het gebied van geneeskunde en biologie. Baster volgde de Latijnse  School in Rotterdam en studeerde vervolgens medicijnen in Leiden. Na zijn studie bezocht hij ziekenhuizen en botanische tuinen in Parijs en Londen. In Londen raakte hij bevriend met de hortulanus Philip Miller en Dr. Hans Sloane, arts en botanicus. Zo kwam het dat hij het werk “The Gardener’s Dictionary containing the methods of Cultivating and Improving the Kitchen Fruit and Flower Garden” vertaalde in het Nederlands. Na deze reis vestigde hij zich als geneesheer in Zierikzee. ( lees )

Bron: Wikipedia

Ik zal komende maanden met regelmaat de te verwachte tuinwerkzaamheden beschrijven aan de hand van dit boekje.

 

 

 

Plant: Allium neapolitanum

Allium neapolitanum
Allium neapolitanum, Bruidsuitje

Allium neapolitanum  – Bruidsuitje (Ned.), Naples Garlic, Daffodil Garlic, False Garlic, Guernsey Star-of-Bethlehem (Eng.).

Allium betekent ‘look’. De soortnaam neapolitanum ‘italiaans’, ‘uit napels’

Eetbaar: bloemen, blad, bol

Blad: rauw of gekookt. Lekker in salade, beetje zoet, knoflookachtige smaak. De bladeren kunnen geoogst worden van laat in de herfst tot het voorjaar. De bol: rauw of gekookt. Oogsten midden zomer als de plant afsterft. Je kan ze een maand of 6 goed houden. De bolletjes zijn zo’n 10 tot 20 mm doorsnee. Bloemen: rauw of gekookt te eten. Mooi en lekker in salades.

Populaire naam Nederland: Bruidsuitje, bloemen worden vaak (in april en mei) in bruidswerk gebruikt, ruiken zoet.

Bloemkleur: puur wit, bij zonnig weer ontwikkelen de bloemen een zoete geur.

Bloeiperiode: April-Mei

Hoogte: 30 cm

Plantdiepte:10 cm

Plantafstand: 15 cm

Lichtomstandigheden: volle zon

De plant is makkelijk in de tuin. Ze houden van een zonnige plaats in lichte goed gedraineerde grond. Oudere planten zijn bestand tegen droogte en ze zijn winterhard. Deze allium sterft af in de zomer. De nieuwe groei komt in de late herfst en de eetbare bladeren zijn er gedurende het grootste deel van de winter. Groeit goed met de meeste planten, vooral rozen, wortelen, bieten en kamille, maar het remt de groei van peulvruchten. Deze plant is een slechte buur voor luzerne.

Plant: Allium ursinum

Allium ursinum, Daslook
Allium ursinum, Daslook

Allium ursinum  – Daslook, Berelook, Borslook, Hondsknoflook, Wilde Knoflook (Ned.). Wild garlic, Bear’s Garlic, Ramsons ( Eng.)

Allium betekent ‘look’. De soortnaam ‘ursinum’ betekent ‘beer’. Een oud volksgeloof is dat men dacht dat beren die uit hun winterslaap kwamen als eerste op zoek gingen naar wat Daslook om van te eten.

Eetbaar: bloemen, blad en bol

Blad: Rauw of gekookt. De bladeren zijn een lekkere smaakmaker aan salades, en zijn vooral welkom als een fris groen blad vol vitamine en mineralen in het vroege voorjaar. Van het blad wordt ook een lekkere pesto gemaakt. ( zie website: MergenMetz ) Bloemen: rauw of gekookt. Deze zijn iets sterker dan de bladeren, in kleine hoeveelheden zijn ze decoratief en zeer smakelijk in salades. De bloempjes kunnen nog steeds worden gegeten als de zaaddozen worden gevormd, hoewel de smaak nog sterker is als de zaden rijp zijn. Bol: rauw of gekookt. De bolletjes zijn zeer scherp en net zo gezond als verse knoflook. Gewokt of gesmoord maakt de bolletjes minder scherp. De bollen kunnen in het najaar geoogst worden.

Populaire naam Nederland: Daslook

Bloemkleur: wit, naar knoflook geurend

Bloeiperiode: April-Mei

Hoogte: 40 cm

Plantdiepte:10 cm

Plantafstand: 10- 15 cm

Lichtomstandigheden: schaduw

Daslook groeit in de schaduw en het liefst onder bomen en struiken in vochtig goed gedraineerde grond. Bij geschikte omstandigheden kunnen ze na een aantal jaren een dicht tapijt vormen. In de vroege zomer sterft de plant af om in maart en april weer boven de grond te komen (kleine 8 weken). Zaden worden verspreid door de mieren. De daslook groeit goed met andere planten maar is een slechte buur voor luzerne en remt de groei van peulvruchten.

Allium ursinum, Daslook
Allium ursinum, Daslook

Plant: Primula veris

Primula veris, Sleutelbloem
Primula veris, Sleutelbloem

 

Primula veris – Sleutelbloem, gewone sleutelbloem, paassleutel (Ned.), cowslip (Eng.)

Primula is afgeleid van ‘primus’ wat ‘eerste’ betekend, omdat ze al vroeg in het voorjaar bloeien. Veris wordt vertaald als ‘voorjaar’ maar vooral als ‘echt’.

Eetbaar: Blad en bloem

Blad: Met jonge bladeren vers of gedroogd kan een thee gemaakt worden die helpt tegen slapeloosheid. De bloemen: geuren zoet en werden vroeger veel in het pannenkoekbeslag gedaan of in cakebeslag. Primula bloemen kunnen ook goed door een salade.

Populaire naam Nederland: Sleutelbloem

Bloemkleur: Geel, zoetgeurend anijsachtig.

Bloeiperiode: Maart tot en met mei

Hoogte: 25 cm in bloei, 15 cm bladhoogte

Plantafstand: 26 cm ( 11-15 st. per m2)

Lichtomstandigheden: Schaduw

Primula veris groeit tussen of bij bomen of struiken en houdt van een humusrijke, vochthoudende bodem. Combineert goed met andere planten, bijvoorbeeld met Origanum, kleine botanische tulpjes, Campanula persicifolia en de gewone akelei, de Aquilegia vulgaris.

Primula veris
Primula veris