Home » Eetbare Bostuin

Tag: Eetbare Bostuin

De Eetbare Siertuin 5 jaar later

Mergenmetz en de start van de Eetbare Siertuin

In 2012 las ik op de site van Mergenmetz het verhaal van hun nieuw aan te leggen eetbare bostuin. Hierin vroegen ze, na afzeggen van anderen, of er iemand kon meedenken aan een beplantingsplan. Ik heb hierop gereageerd en na een gesprek ben ik het avontuur aangegaan. Hoe de start verder gegaan is kan je hier lezen.

Het beplantingsplan

De winter van 2012-2013 heb ik gewerkt aan het beplantingsplan, rekening houdend met de ligging van de tuin, de grondsoort en de voor mij nog nieuwe permacultuurprincipes. In De Eetbare Siertuin van Mergenmetz ben ik uitgegaan van een ontworpen ecosysteem gebruikmakend van meerjarige, eetbare planten. Behalve eetbaar groeien er ook heilzame planten en nutsplanten. Nutsplanten zijn, in deze tuin, planten die stikstof binden of diep wortelen en zo mineralen uit de diepere grondlagen naar boven brengen. Door mulchen met deze planten of na afsterven in de herfst komen deze stoffen vrij voor de andere planten in de tuin.

Plantenlijsten en combinaties maken

Op papier kwam daar een plantenlijst uit waarna ik het beplantingsplan verder ben gaan uitwerken. Met het maken van plantcombinaties moet er rekening gehouden worden met de groeiomstandigheden zoals lichtbehoefte, groeiwijze van planten zoals polvormig, zodevormig, uitlopers e.d. De keuze van grondsoort is een gegeven. Verder waren er natuurlijk richtlijnen van Buro Harro waar rekening mee gehouden moest worden. Waar konden bijv. bomen en struiken staan en welke hoogte van beplanting op sommige plekken i.v.m. bijv. zichtlijnen.

Uitgangspunt plantcombinaties

Mijn uitgangspunt voor de plantcombinaties is om zoveel mogelijk tuinplanten uit land van oorsprong bij elkaar te zetten. Dus Aziatische planten, Mediterrane planten, planten uit Midden- Amerika, Europese en natuurlijk, onze inheemse beplanting. De geselecteerde planten zijn dus allemaal geschikt op zandgrond in zon of halfschaduw. De hoeveelheid schaduw voor de echte bosbeplanting is beperkt en een voldoende humuslaag om vocht vast te houden begint nu na 5 jaar pas een beetje te ontstaan. We hebben bij aanvang geen tot weinig grondverbetering toe gepast, ook al stond er in de vorige oude tuin grote groepen rododendron en taxus die nagenoeg geen humus opleveren. Hier hadden we achteraf meer rekening mee kunnen houden.

Bomen en Heesters

Er groeien nu zo’n 63 soorten bomen en struiken in de tuin. Ze zijn allemaal goed aangeslagen en groeien redelijk tot goed. Benieuwd welke? Kijk hier. Omdat de Eetbare Siertuin groot is (zo’n 1500m2 ) kunnen hier aardig wat bomen en struiken geplant worden. In een aantal oude grote bomen laten we klimmers groeien. Wij hebben hiervoor gekozen om zo een natuurlijke uitstraling van de tuin te houden. In je eigen tuin kan dit natuurlijk prima een trellis of pergola zijn.

Geen bos nodig om een eetbare tuin te maken.

Vaste planten

In de tuin is de hoeveelheid vaste planten met 1- en 2-jarige, qua aantal het grootst, 142 soorten. Je hoeft echt geen bos aan te planten om aan permacultuur te doen. Eetbare planten kunnen ook hun oorsprong hebben van de Prairie, Steppe of Bloemenweide. Zelfs in de bergen en langs de kust groeien heerlijke eetbare vaste planten. De natuurlijke groeiplek en groeiomstandigheden van planten kan je veel informatie geven over of deze planten bij jou in de tuin kunnen groeien. Met de juiste plant op de juiste plek tuinier je met de natuur mee.

Onderhoud

Met de natuur mee tuinieren houdt niet perse in dat je geen onderhoud hoeft te plegen. Juist in het begin was ik daar meerdere dagen per week mee bezig. De beplanting was nog niet sluitend en bepaalde inheemse kruiden, kruiden die we eigenlijk niet in de eetbare tuin willen hebben, groeide net wat harder dan de ingeplante beplanting. Zo was er een overschot aan kweekgras, pispot, schapenzuring, kleefkruid, en zevenblad. Ik weet het, allemaal eetbaar of nuttig maar hun groeikracht is net wat te heftig ten opzichten van de andere planten. Wekelijks met de hand eruit halen voordat ze in bloei komen is nog steeds een terugkerende bezigheid. De plek waar deze planten wel mogen groeien is in het inheemse gedeelte en in de ruigte langs de randen van de tuin. Gelukkig is de Eetbare Siertuin daar groot genoeg voor.

Waar komen de planten uit de Eetbare Siertuin vandaan?

De meeste bomen en heesters komen van Plantentuin Esveld, een aantal van kwekerij Bulk en Lowgardens nurseries. De vaste planten van Kwekerij De Hessenhof, Puur Aroma. Een aantal niet gangbare vaste planten heb ik in de loop van de jaren zelf op gekweekt. Sowieso zaai ik ieder jaar weer interessante 1-jarige voor de herboristen of als nieuw uit te proberen eetbaar gewas. Zo hebben we al eens Quinoa, Sorghum, Landwier, Chia en Teff in de tuin gehad. Voor deze 1-jarige hebben we een apart stuk van de tuin gereserveerd. 1-jarige die zich zelf uitzaaien en de winter door komen mogen in de hele tuin staan.

Na 5 jaar

De komende jaren zal ik minder actief in de Eetbare Siertuin zijn en zal mijn rol meer begeleidend worden. Het opkweken van nieuwe eetbare vaste planten blijf ik voor de tuin doen. Wil jij helpen in deze interessante eetbare siertuin vol met permacultuur gewassen? Neem dan contact op met Norbert Mergen.
Wil je meer te weten komen over welke planten allemaal eetbaar zijn of wil je zelf een beplantingsplan met eetbare vaste planten. Volg dan eens een workshop ‘Maak je siertuin eetbaar’ of bel me eens voor afspraak. Anthonetta van Bergenhenegouwen 06-53573526

Plant eens een noot in de tuin

 

Bij mij thuis nemen mijn zonen en ik de laatste jaren zo tegen 4 uur een klein bakje gemengde noten, ongezout, al dan niet aangevuld met gedroogde cranberry’s. Lekker, en volgens de nieuwe richtlijnen Goede Voeding, gezond en een goede aanvulling op de bekende schijf van vijf. Er zijn noten die uitstekend groeien in Nederland en ze zijn ook onmisbaar in een Eetbare Siertuin of Voedselbos.

Wat is een noot?

Een noot is botanisch gezien een enkelvoudige dopvrucht, een droge vrucht met één zaad waarvan de vruchtwand een steenachtige of houtachtige omhulsel is die bij rijpheid zeer hard wordt. Echte noten zijn: beukennootje, hazelnoot, tamme kastanje en de eikel.

Andere vruchten en zaden die als “noten” bekend staan maar dat niet in de botanische betekenis zijn, zijn bijvoorbeeld de volgende: walnoot is een steenvrucht, amandel is het zaad van een steenvrucht, pistache, een zaad en de pinda is een peulvrucht.

noten

Welke noten zijn nu geschikt voor in een (stads)tuin?

corylus botanisch  prunus botanisch  walnoot botanisch

 

Amandel

Amandelen ( Prunus dulcis syn. Prunus amygdalis) hebben veel warmte nodig en geen nachtvorst in het voorjaar om goede vruchten te krijgen. Van oorsprong komen amandelbomen uit het oostelijke Middellandse zeegebied. In Nederland kan je het beste resultaat krijgen met een in Nederland gevonden ras ‘Robijn’. ‘Robijn’ is geen zuivere amandel maar een kruising van een amandel en een perzik. De meeste zoete amandelnoten die in de winkels verkrijgbaar zijn komen uit de VS, Spanje en Italië. De boom wordt afhankelijk van zijn onderstam zo’n 3 tot 4 meter groot. Plant de boom op een zonnige plaats in de tuin en voor een rijkere vrucht opbrengst is het beter om een andere bestuivende amandelsoort erbij te planten, bijvoorbeeld ‘Ferragnes’.

Vrucht en zaden met daarin de amandel
Vrucht en zaden met daarin de amandel

 

Hazelnoot

Een noot die makkelijker groeit in Nederland is de hazelnoot. De hazelnoot ofwel hazelaar ( Corylus avellana) is van oorsprong in heel West-Europa te vinden. De hazelaar groeit uit tot een grote, vaasvormige heester maar is goed als een boom te snoeien. Waarom er zo weinig hazelnoten geplant worden weet ik niet want als je hazelnoten in de keuken nodig hebt en je moet ze kopen dan zijn ze behoorlijk aan de prijs. De inheemse soort draagt niet zo rijk maar er zijn verschillende rassen ontstaan door selectie binnen de wilde hazelaar (Corylus avellana) en kruising met de Lambertsnoot (Corylus maxima) met grote, goed pelbare noten. De hazelaars zijn windbestuivers. De mannelijke katjes bloeien in januari – februari gelijktijdig met de kleine onopvallende, vrouwelijke bloemen. Om de vruchtopbrengst te vergroten wordt het aangeraden om meerdere hazelaars bij elkaar in de buurt aan te planten (kruisbestuiving). De meeste hazelnoten voor consumptie worden geteeld in Zuid-Europa en Turkije, maar ook in Nederland zijn enkele professionele hazelnootkwekers.

Hazelnoot - Corylus avellana
Hazelnoot – Corylus avellana

 

Walnoot

En dan de walnoot (Juglans regia) ook zo’n lekkere gezonde noot die in Nederland kan groeien. De boom werd vaak geplant op het boeren erf omdat de geur van het blad muggen en vliegen doet wegjagen. De boom komt van oorsprong uit  de regio Kirgizië, Oezbekistan en Kazachstan. In de Oudheid via de Zijderoute meegenomen naar Zuid-Europa en door de Romeinen verder door Europa verspreid. Een walnoot kan in ons land last krijgen van late nachtvorst. Het jonge net uitgelopen blad wordt dan helemaal zwart, zelfs de bloemknoppen kunnen bevriezen. Een walnoot is alleen zo groot voor in een gemiddelde stadstuin, tenminste dat dacht ik. Totdat ik de nieuwsbrief van De Smallekamp, kwekerij van bijzondere vruchtbomen, las en zo op hun site terecht kwam. In de lijst van walnotenproductierassen zag ik een paar dwerg vormen staan. De Juglans regia ‘Dwarf Karlik 3’ en de Juglans regia ‘Dwarf Karlik 5’ beide rassen vinden hun oorsprong in de Oekraïne waarvan de moederboom na 20 jaar een hoogte heeft van 2,30 meter met een kroonomvang van 1,80 meter. De ‘Dwarf Karlik 5’  is na 20 jaar zelfs iets lager 1,80 meter. Dit vond ik dus erg interessant om te lezen want deze walnotenboompjes kunnen waarschijnlijk ook in een pot gekweekt worden zodat je dus ook walnoten kan oogsten op je balkon of dakterras. Ze moeten wel allebei aangeplant worden want ze hebben elkaar nodig met bestuiven. Deze variëteiten zijn gepatenteerd en worden onder licentie veredeld door kwekerij De Achtplagen. Kwekerij De Smallekamp heeft het exclusief verkooprecht in Nederland. Kijk eens op hun website als je opzoek bent naar klein blijvende walnotenbomen of naar andere bijzondere notenbomen. Het is nu de tijd, voor het einde van het jaar, om notenbomen te planten. Een andere informatieve site is de site van Houtwal in België.

Mis je nu informatie over de tamme kastanje, koop dan eens De Tuin in Vier Seizoenen. In de herfsteditie heb ik samen met Norbert Mergen een artikel over de Castanea sativa geschreven. lees hier in pdf

Walnoot - Juglans regia
Walnoot – Juglans regia

 

foto’s: Wikipedia

Bosplanten en Stinzen

Het voorjaar is de tijd voor vroeg bloeiende planten die onder bladverliezende bomen en struiken groeien. Ze worden ook wel bosplanten en stinzenplanten genoemd. Een aantal van deze planten zijn eetbaar. De bekendste is natuurlijk de daslook (Allium ursinum) maar ook de kraailook (Allium vineale), de grote bosaardbei (Fragaria moschata) en het bosaardbeitje zijn bekend, net als de sleutelbloemen. Dat van de adderwortel (Persicaria bistorta) het jonge blad gegeten kan worden en van de kuifhyacint (Muscari comosum) en tijgerlelie (Lilium martagon) de bollen eetbaar zijn is minder bekend.

Primula veris en Fragaria vesca
Primula veris en Fragaria vesca

Dit voorjaar wordt er een tuin (ontwerp buro harro) aangeplant waar ik, voor een gedeelte het beplantingsplan heb gemaakt met een grote variatie aan bos- en stinzenplanten. Van een aantal van deze planten pluk je in het voorjaar de jonge uitlopers of het jonge blad. Sommige eet je rauw, anderen moeten even gekookt worden. Ze zijn rijk aan vitaminen en mineralen. Bloedzuring, verschillende primula’s, maartse – en hoornviooltjes, eendagslelie’s, japans hoefblad en de struisvaren, maar ook hondstand en valse salomonszegel komen in de tuin.

Beplantingsplan Stinzetuin  Erve Kolkenstein
Beplantingsplan Stinzetuin Erve Kolkenstein

Een aantal van deze tuinplanten komen van oorsprong uit Japan.  In Japan gaan of gingen de bewoners in het voorjaar erop uit om jonge scheuten van verschillende planten te oogsten, in Japan noemen ze dit wildplukken ‘Sansai’, letterlijk: Groenten uit de bergen. Tegenwoordig gaan de meeste japanners voor deze planten de bergen niet meer in, ze wonen ver weg in de stad, ze kopen het in de supermarkt. Helaas verdwijnt er veel kennis over de eetbare planten door de vergrijzing van de bevolking en het wegtrekken van jonge mensen uit de bergdorpen. Hosta, Japans Hoefblad, Struisvaren, Eendagslelie en Duivelswandelstok worden geplukt maar ook de bekende paardenbloem, de gewone melkdistel en vogelmuur worden zowel hier in Europa als door de japanners geplukt en gegeten.

Japans hoefblad - Petasites japonicus
Japans hoefblad – Petasites japonicus

Terug naar het beplantingsplan, in deze tuin komen verschillende planten waarvan de smaken weer ontdekt moeten worden. Vergeten groenten, kruiden, vruchten, knollen en zaden die het verleden van onze Europese keuken naar boven halen maar ook nieuw te ontdekken smaken uit de Oosterse wereld en planten en kruiden die door de oorspronkelijke bewoners van Noord- en Zuid-Amerika geplukt en gegeten werden en nu weer ontdekt worden. Voor al deze, vaak bekende, tuinplanten is het wel raadzaam om te checken welke delen eetbaar zijn en in welke tijd van het jaar ze geoogst kunnen worden.

Natuurlijk moeten ze wel biologisch gekweekt zijn!

Foto Japans hoefblad: Wikipedia commons

Trachystemon orientalis

Wildpluk buitenland kan tuinpluk worden.

Behalve in Nederland wordt er in andere landen om ons heen natuurlijk ook in het wild geplukt. De mensen daar hebben nog veel kennis over de te eten en te vinden planten, kruiden en paddenstoelen. Vaak zijn dat dezelfde planten en kruiden als hier in Nederland, afhankelijk van de aanwezige grondsoort en groeiomstandigheden. Paardenbloemen, zuringsoorten, brandnetel, duizendknoop soorten, enz. overal groeien ze wel en worden ze geplukt en gegeten. Mijn interesse gaat uit naar planten die daar oorspronkelijk groeien en gegeten worden. Planten die daar bekend zijn als eetbaar maar hier vaak alleen maar als een tuinplant. Planten uit Turkije, de Balkan, of nog verder naar het oosten tot aan China en Japan toe.

Al lezend kwam ik een aantal planten tegen die in het voorjaar in Turkije geoogst worden en o.a. op de markt in Istanbul en andere plaatsen rond de zwarte zee worden aangeboden. Deze planten zijn rijk aan antioxidanten. Behalve de bij ons bekende Klein Hoefblad (Tussilago farfara), Papegaaienkruid ( Amaranthus retroflexus) en de Schapenzuring ( Rumex acetosella) kwam ik ook de Trachystemon orientalis tegen.

 Trachystemon orientalis

Trachystemon orientalis, in blad
Trachystemon orientalis, in blad

De Trachystemon is een plant uit de Borage familie en hier bekend als een bosplant die, op schaduw en halfschaduw plekken in de tuin, grote vlakken kan vullen met z’n grote blad. Ze bloeien in april en mei, als het blad net uitloopt, met mooie blauwe bloemen. De plant wordt zo’n 40 cm hoog. De Engelse naam is Abraham-Isaac-Jacob, (rare naam voor een plant maar gegeven vanwege het feit dat de kleur van de bloemen veranderd naarmate ze uitbloeien.) of Oosterse Borage. Van oorsprong afkomstig uit Bulgarije, Turkije en Georgië maar inmiddels, geïntroduceerd als tuinplant (1868) of meer recentelijk, meegenomen door immigranten als groente. De plant komt in Engeland en Duitsland al op verschillende plekken verwilderd voor. Of de Trachystemon in Nederland al buiten de tuinen gesignaleerd is, is niet bekend.

Trachystemon orientalis, jonge scheuten
Trachystemon orientalis, jonge scheuten

In Turkije word de plant plaatselijk verschillend benoemd o.a. Hodan, Galdirek, Kaldõrõk of Kalduruk. De gegeten delen zijn de bloemscheuten, de wortelstokken, het blad en de bloemen. De plantdelen worden zowel gekookt als gebakken in olie en met eieren gegeten. De wortelstokken (rizomen) en de bloemen worden ook wel ingemaakt.

Trachystemon  orientalis, bloem
Trachystemon orientalis, bloem

(foto’s: Wikipedia)