Zaterdag 23 juni ben ik natuurlijk aanwezig bij het leuke tuinevenement van Mergenmetz, Het St. Jansfeest. St. Jan is een belangrijke datum voor de natuur en tuin en wordt gevierd rond de langste dag. Wie St. Jan was lees je hier .
Welke planten neem ik mee?
Voor verkoop op 23 juni neem ik een aantal mooie en smaakvolle planten mee. Bijna allemaal vaste planten, eigen biologisch kweek en een paar smaakvolle 1- jarige.
Agastache cana ‘Heather Queen’- Dropplant
Apios americana – Amerikaanse grondnoot
Campanula lactiflora – Klokjesbloem
Hablitzia tamnoides – Kaukasische rankspinazie
Ligusticum scoticum – Schotse lavas
Mertensia maritima – Oesterblad
Salsola soda – Monniksbaard, Italiaanse zeekraal of Agretti
Silaum silaus – Weidekervel voor natte voedselrijke grond
Oxalis tuberosa – Oca
Tagetes minuta – Huacatay, Black Peruvian Mint
Zingiber mioga – Mioga gember
Tot zaterdag 23 juni op het St. Jansfeest van Mergenmetz!
2017 wordt een botanisch jaar. In de Botanie, de plantkunde wordt de meerwaarde van planten onderzocht. Deze planten werden verzameld in de Botanische Tuinen. Nieuwsgierig naar planten en hun toepassingen? Bezoek in 2017 de Botanische Tuinen en De Eetbare Siertuin van Mergenmetz. Ga eens een hapje eten in bijv. De Nieuwe Winkel en let op je drankje tijdens een van de vele festivals komende zomer. Lees hier (1) en hier (2) meer over de botanische inspiratie van 2017
Botanie, plantkunde
De meerwaarde van planten is interessant. Een plant is meer dan alleen plant. Mijn interesse gaat, beroepshalve, uit naar de decoratieve waarde van de planten. De laatste jaren zijn daar de heilzame werking en welke planten eetbaar zijn bij gekomen. In de Oudheid werden veel bekende kruidachtige planten gekweekt als remedie tegen ziekten. Je vond deze planten in de kloostertuinen. De kruidentuin van het Openlucht Museum in Arnhem is 1 van de 24 Botanische Tuinen waar veel informatie te vinden is. Een andere is De Kruidhof in Friesland.
Kwekerijen en tuinen vol smaakvolle planten
In Doorwerth ligt de Eetbare Siertuin van Mergenmetz ( een voedselbos). Ik verzorg daar al jaren de tuin, vol met bekende tuinplanten. Alle planten in deze tuin zijn eetbaar. De bloemen, bladeren, zaden, wortel en/of vruchten. Ieder jaar probeer ik de collectie eetbare planten aan te vullen. Ik kweek ze zelf of ik bezoek speciale kwekerijen. De tuin in Doorwerth is in het voorjaar en zomer regelmatig open. In 2017 gaan we weer leuke activiteiten organiseren. Houd de agenda in de gaten. Ben je op zoek naar eetbare planten? Kom dan eens langs. Een klein aantal gekweekte planten heb ik voor de verkoop. Voor heesters en bomen met meerwaarde kan je goed terecht bij kwekerij Lowgardens en bij kwekerij Arborealis.
Kwekerij De Hessenhof
Afgelopen zomer heb ik voor Hans & Miranda Kramer van kwekerij De Hessenhof in Ede hun sortimentslijst doorgelopen om uiteindelijk van zo’n 500 planten te beschrijven wat eetbaar is. Deze informatie komt in de loop van 2017 op hun website beschikbaar. De Hessenhof is een biologische vaste plantenkwekerij.
In een voedselbos horen vaste planten thuis in de kruidlaag. Het sortiment van Hans en Miranda bevat een groot aantal planten geschikt voor de schaduw en halfschaduw. Is je tuin niet groot genoeg voor een bos? Geen probleem, een voedseltuin zonder bomen kan ook. Op de kwekerij zijn (eetbare) planten te vinden die hun oorsprong hebben uit een weide of een prairie. Belangstelling voor wat allemaal mogelijk is in je eigen tuin? Ga dan eens mee naar De Hessenhof. Voor een rondleiding en/of volg een cursus Beplantingsplan voor een eetbare siertuin bij me. Kan je alles voor een botanische keuken uit je eigen tuin oogsten. De eerst volgende workshop ‘Maak je siertuin eetbaar’ is 25 maart 2017. Lees er meer over en meld je hier aan. Bij voldoende belangstelling kunnen we een week later naar De Hessenhof.
Weet jij de botanische trends van 2017 al ? In het afgelopen jaar kwam ik het woord botanisch tegen in combinatie met mode & interieur maar ook steeds vaker in combinatie met drankjes als gin cocktails. Nu ken ik botanisch vooral van De Botanische Tuinen, tuinen waar ik graag kom. Tuinen die ontstaan zijn om plantkunde te bestuderen. De Botanische tuinen van Nederland hebben 2017 uitgeroepen tot het jaar van de botanische tuinen. Wist je dat er 24 botanische tuinen in Nederland zijn. 24 tuinen met een schat aan informatie over planten en de meerwaarde van planten! Horti, pineta en arboreta, elk met een grote rijkdom aan planten die ze onderhouden, beschermen en kweken. Samen zijn zij de Botanic Guardians van de biodiversiteit.
In deze, sommige heel oude, botanische tuinen zijn ook een aantal planten te vinden die met uitsterven bedreigd worden. Planten die een belangrijke schakel zijn in ons ecosysteem. Door jarenlange studies wordt steeds meer duidelijk dat er een grote samenwerking is tussen planten onderling. Van bodem tot bodembedekker en alle lagen ertussen. Niet alleen met planten maar ook met schimmels in de grond, overig bodemleven en dier. Houd hun website in 2017 in de gaten en bezoek eens een botanische tuin. Komend jaar komt er een plantzoeker op hun site waar een hoop informatie op te vinden is. Ben je geïnteresseerd in bijvoorbeeld medicinale planten, verfplanten of grondstoffen? Op de plantzoeker vindt je deze informatie.
Volgende keer: 2017, een botanisch jaar (2). Over botanische drankjes en gerechten.
Bij mij thuis nemen mijn zonen en ik de laatste jaren zo tegen 4 uur een klein bakje gemengde noten, ongezout, al dan niet aangevuld met gedroogde cranberry’s. Lekker, en volgens de nieuwe richtlijnen Goede Voeding, gezond en een goede aanvulling op de bekende schijf van vijf. Er zijn noten die uitstekend groeien in Nederland en ze zijn ook onmisbaar in een Eetbare Siertuin of Voedselbos.
Wat is een noot?
Een noot is botanisch gezien een enkelvoudige dopvrucht, een droge vrucht met één zaad waarvan de vruchtwand een steenachtige of houtachtige omhulsel is die bij rijpheid zeer hard wordt. Echte noten zijn: beukennootje, hazelnoot, tamme kastanje en de eikel.
Andere vruchten en zaden die als “noten” bekend staan maar dat niet in de botanische betekenis zijn, zijn bijvoorbeeld de volgende: walnoot is een steenvrucht, amandel is het zaad van een steenvrucht, pistache, een zaad en de pinda is een peulvrucht.
Welke noten zijn nu geschikt voor in een (stads)tuin?
Amandel
Amandelen ( Prunus dulcis syn. Prunus amygdalis) hebben veel warmte nodig en geen nachtvorst in het voorjaar om goede vruchten te krijgen. Van oorsprong komen amandelbomen uit het oostelijke Middellandse zeegebied. In Nederland kan je het beste resultaat krijgen met een in Nederland gevonden ras ‘Robijn’. ‘Robijn’ is geen zuivere amandel maar een kruising van een amandel en een perzik. De meeste zoete amandelnoten die in de winkels verkrijgbaar zijn komen uit de VS, Spanje en Italië. De boom wordt afhankelijk van zijn onderstam zo’n 3 tot 4 meter groot. Plant de boom op een zonnige plaats in de tuin en voor een rijkere vrucht opbrengst is het beter om een andere bestuivende amandelsoort erbij te planten, bijvoorbeeld ‘Ferragnes’.
Hazelnoot
Een noot die makkelijker groeit in Nederland is de hazelnoot. De hazelnoot ofwel hazelaar ( Corylus avellana) is van oorsprong in heel West-Europa te vinden. De hazelaar groeit uit tot een grote, vaasvormige heester maar is goed als een boom te snoeien. Waarom er zo weinig hazelnoten geplant worden weet ik niet want als je hazelnoten in de keuken nodig hebt en je moet ze kopen dan zijn ze behoorlijk aan de prijs. De inheemse soort draagt niet zo rijk maar er zijn verschillende rassen ontstaan door selectie binnen de wilde hazelaar (Corylus avellana) en kruising met de Lambertsnoot (Corylus maxima) met grote, goed pelbare noten. De hazelaars zijn windbestuivers. De mannelijke katjes bloeien in januari – februari gelijktijdig met de kleine onopvallende, vrouwelijke bloemen. Om de vruchtopbrengst te vergroten wordt het aangeraden om meerdere hazelaars bij elkaar in de buurt aan te planten (kruisbestuiving). De meeste hazelnoten voor consumptie worden geteeld in Zuid-Europa en Turkije, maar ook in Nederland zijn enkele professionele hazelnootkwekers.
Walnoot
En dan de walnoot (Juglans regia) ook zo’n lekkere gezonde noot die in Nederland kan groeien. De boom werd vaak geplant op het boeren erf omdat de geur van het blad muggen en vliegen doet wegjagen. De boom komt van oorsprong uit de regio Kirgizië, Oezbekistan en Kazachstan. In de Oudheid via de Zijderoute meegenomen naar Zuid-Europa en door de Romeinen verder door Europa verspreid. Een walnoot kan in ons land last krijgen van late nachtvorst. Het jonge net uitgelopen blad wordt dan helemaal zwart, zelfs de bloemknoppen kunnen bevriezen. Een walnoot is alleen zo groot voor in een gemiddelde stadstuin, tenminste dat dacht ik. Totdat ik de nieuwsbrief van De Smallekamp, kwekerij van bijzondere vruchtbomen, las en zo op hun site terecht kwam. In de lijst van walnotenproductierassen zag ik een paar dwerg vormen staan. De Juglans regia ‘Dwarf Karlik 3’ en de Juglans regia ‘Dwarf Karlik 5’ beide rassen vinden hun oorsprong in de Oekraïne waarvan de moederboom na 20 jaar een hoogte heeft van 2,30 meter met een kroonomvang van 1,80 meter. De ‘Dwarf Karlik 5’ is na 20 jaar zelfs iets lager 1,80 meter. Dit vond ik dus erg interessant om te lezen want deze walnotenboompjes kunnen waarschijnlijk ook in een pot gekweekt worden zodat je dus ook walnoten kan oogsten op je balkon of dakterras. Ze moeten wel allebei aangeplant worden want ze hebben elkaar nodig met bestuiven. Deze variëteiten zijn gepatenteerd en worden onder licentie veredeld door kwekerij De Achtplagen. Kwekerij De Smallekamp heeft het exclusief verkooprecht in Nederland. Kijk eens op hun website als je opzoek bent naar klein blijvende walnotenbomen of naar andere bijzondere notenbomen. Het is nu de tijd, voor het einde van het jaar, om notenbomen te planten. Een andere informatieve site is de site van Houtwal in België.
Mis je nu informatie over de tamme kastanje, koop dan eens De Tuin in Vier Seizoenen. In de herfsteditie heb ik samen met Norbert Mergen een artikel over de Castanea sativa geschreven. lees hier in pdf
Safran ( Frans, Duits), Zafferano (Italiaans), Açafrão (Portugees), Azafrán (Spaans), Fan hong hua (Chinees), Ya faran ( Thais).
De crocus sativus is een bolgewas uit de lissenfamilie (Iridaceae). Deze krokus bloeit, niet zoals de meeste krokussen in het voorjaar maar, in het najaar. Safraankrokus komt in het wild niet voor maar is waarschijnlijk zo’n 4000 jaar in de late bronstijd ontstaan als een mutatie uit een crocus cartwrightianus, een krokus soort die in Griekenland in het wild voorkomt. Op Kreta en in Griekenland werd saffraan dus al in de oudheid gekweekt en was een belangrijk specerij en een oranje-gele kleurstof. De naam saffraan is afgeleid van het Arabische woord voor geel: zafarán of za’fran. Vanuit Griekenland is saffraan verspreid naar Egypte, Perzië en door Alexander de Grote met zijn troepen naar Azië gebracht. Bij de val van het Romeinse Rijk, werd de saffraan teelt door de Moren naar Europa gebracht, eerst in Spanje en later in Frankrijk en Zuid-Italië. Verdere geschiedenis kan je hier lezen.
Saffraan in eigen tuin
Saffraankrokus groeit in kalkrijke, droge grond. Het liefst heeft de saffraan hete, droge zomers nodig en koude winters. Onze nazomers/najaar zijn meestal te nat en te koud maar afgelopen jaren hebben we een droge nazomer gehad en in De Eetbare Siertuin van MergenMetz kwamen de krokussen in bloei. Wil je het zelf ook proberen, de krokussen zijn zeer geschikt om in potten te kweken. Potten zijn makkelijker op een zonnige droge plek in de tuin te plaatsen en met de juiste grond te vullen. Vanwege de late bloei zullen de bijen je ook dankbaar zijn als ze in je tuin groeien. In landen zoals India, Iran, Italië, Marokko en Spanje wordt op grote schaal Saffraan gekweekt.
Hoe oogst je je eigen Saffraan?
Saffraan bloeit, in 1 tot 2 weken, eind oktober, begin november. De bloemen openen vroeg in de ochtend bij zonsopgang en omdat de bloem snel verwelkt moeten ze voor 10:00 uur geoogst worden omdat ze anders hun aroma en kleur verliezen. (Hopelijk regent het niet rond de periode dat ze in bloei staan anders zorg dat de pot onder een afdakje op een zonnige plaats staat.) Je kan de bloem oogsten en daarna de stempels (die 3 bruin/oranje draden) eruit halen. De stempels moeten vervolgens gedroogd worden omdat ze een hoge vochtigheidsgraad hebben. Je kan ze ouderwets roosteren op een fijnmazige rooster boven een vuurtje maar het kan ook in de oven. Lees hier meer over het drogen.
Waarom is saffraan duur?
Om 1 kilogram saffraan te oogsten zijn ongeveer 85.000 bloemen nodig. De stempels worden handmatig geoogst en ‘geplukt’ en is zeer arbeidsintensief. Door het roosteren krijgen ze hun bekende uiterlijk maar er blijft maar 20% over van het gewicht van de verse stempels, een kilo stempels levert dus 200 gram saffraan voor consumptie.
Gebruik in de keuken:
Saffraan smaak is zoetig en een beetje hooi achtig maar wordt vooral in gerechten gebruikt voor de geel/oranje achtige kleur die saffraan afgeeft. Saffraan wordt in verschillende wereldkeukens gebruikt. De Perzische, Indiaanse, Arabische, Turkse maar ook de Europese keuken. Bekend is de Paella uit Spanje en de Bouillabaisse uit Frankrijk. In India zit het vaak in de rijst en curry gerechten. De kleurstof wordt ook gebruikt in de productie van boter, kaas en de patisserie, sauzen en likeuren.
Voor een “goedkopere” gele kleur in de gerechten worden ook andere plantaardige vervangers gebruikt bijvoorbeeld Safloer ( Carthamus tinctorius), Annatto ( Bixa orellana) en Geelwortel – Koenjit ofwel Kurkuma ( Curcuma longa) gebruikt. Behalve dat ze gerechten een kleur geven wordt Saffraan ook als weefsel kleurstof gebruikt in India en China.
Saffraanteelt in Spanje maakt op dit moment weer een comeback nadat het een aantal jaren geleden, vanwege het arbeidsintensieve werk en de groeiende welvaart, bijna verdwenen was. Vroeger werd met de opbrengst van de teelt een bruiloft betaald, gespaard voor een huis of luxe goederen. In de huidige Spaanse economie is elke verdienste weer meegenomen. Via YouTube kwam ik dit filmpje tegen een Documentary filmed by Adeline and Robert Royal, 2010.
Een nieuw filmpje van Jitske Jonkman, filmmaker en verslaggever bij TriggerFilm en de maker van Slow Foodies. Eerdere filmpjes zijn begin van de lente gemaakt, deze midden in de zomer. Norbert en ik vertellen hier over Stengelsla, Knopkruid en Mioga gember. Meer weten over wat er allemaal in onze tuin groeit en bloeit? Loop dan eens mee tijdens onze rondleiding op 29 augustus of op 19 september. Aanmelden kan hier
De Eetbare Siertuin is al een paar keer in beeld geweest. Bij Slowfoodies en Omroep Gelderland. Voor degene die het gemist hebben, ik heb ze even bij elkaar gezet.
Jitske Jonkman, filmmaker en verslaggever bij TriggerFilm en de maker van Slow Foodies heeft twee leuke filmpjes gemaakt over De Eetbare Siertuin en de moestuin van Mergenmetz. Kijk naar het filmpje over Eetbare planten en vergeten groenten en naar mijn verhaal in de Eetbare Siertuin, die er nog wel een beetje kaal uitziet. Inmiddels groeit en bloeit er weer van alles in de tuin.
Ook Rob Kleijs van de tuinen van Kleijs kwam langs, dit tuin programma wordt uitgezonden door Omroep Gelderland Ik kom vanaf minuut 20 aan het woord. Heb je de smaak te pakken van deze aflevering kijk dan ook de andere delen. Ik vind het een leuk tuin programma met een gevarieerd aanbod aan tuinen en moestuinen met veel tips en inspiratie.
Behalve in Nederland wordt er in andere landen om ons heen natuurlijk ook in het wild geplukt. De mensen daar hebben nog veel kennis over de te eten en te vinden planten, kruiden en paddenstoelen. Vaak zijn dat dezelfde planten en kruiden als hier in Nederland, afhankelijk van de aanwezige grondsoort en groeiomstandigheden. Paardenbloemen, zuringsoorten, brandnetel, duizendknoop soorten, enz. overal groeien ze wel en worden ze geplukt en gegeten. Mijn interesse gaat uit naar planten die daar oorspronkelijk groeien en gegeten worden. Planten die daar bekend zijn als eetbaar maar hier vaak alleen maar als een tuinplant. Planten uit Turkije, de Balkan, of nog verder naar het oosten tot aan China en Japan toe.
Al lezend kwam ik een aantal planten tegen die in het voorjaar in Turkije geoogst worden en o.a. op de markt in Istanbul en andere plaatsen rond de zwarte zee worden aangeboden. Deze planten zijn rijk aan antioxidanten. Behalve de bij ons bekende Klein Hoefblad (Tussilago farfara), Papegaaienkruid ( Amaranthus retroflexus) en de Schapenzuring ( Rumex acetosella) kwam ik ook de Trachystemon orientalis tegen.
Trachystemon orientalis
De Trachystemon is een plant uit de Borage familie en hier bekend als een bosplant die, op schaduw en halfschaduw plekken in de tuin, grote vlakken kan vullen met z’n grote blad. Ze bloeien in april en mei, als het blad net uitloopt, met mooie blauwe bloemen. De plant wordt zo’n 40 cm hoog. De Engelse naam is Abraham-Isaac-Jacob, (rare naam voor een plant maar gegeven vanwege het feit dat de kleur van de bloemen veranderd naarmate ze uitbloeien.) of Oosterse Borage. Van oorsprong afkomstig uit Bulgarije, Turkije en Georgië maar inmiddels, geïntroduceerd als tuinplant (1868) of meer recentelijk, meegenomen door immigranten als groente. De plant komt in Engeland en Duitsland al op verschillende plekken verwilderd voor. Of de Trachystemon in Nederland al buiten de tuinen gesignaleerd is, is niet bekend.
In Turkije word de plant plaatselijk verschillend benoemd o.a. Hodan, Galdirek, Kaldõrõk of Kalduruk. De gegeten delen zijn de bloemscheuten, de wortelstokken, het blad en de bloemen. De plantdelen worden zowel gekookt als gebakken in olie en met eieren gegeten. De wortelstokken (rizomen) en de bloemen worden ook wel ingemaakt.
Een nieuw tuinjaar ligt voor ons. Komende dagen wordt het warm, voor de tijd van het jaar. Het is nu 9 januari en er worden dit weekend temperaturen van 11/ 12 graden verwacht. Echt winterweer hebben we nog niet gehad maar met 1 dag sneeuw en een paar nachten vorst hebben we het alweer kouder gehad dan in de winter van 2014. Vooral nu de dagen langer worden gaat het bij de meeste moestuinders alweer kriebelen. Een enkeling zal alleen last hebben van een lichte verhoging maar nog even en de zaaikoorts zal bij menigeen toeslaan. Blijf nog maar even uit je tuin, er kan nog kou en vorst komen. Het enige werk op dit moment in de tuin is wat snoeiwerk, het planten en/of verplanten van heesters en bomen. (goede info te vinden op www.houtwal.be) Het beste is om deze maand bezig te zijn met plannen en bestellen.
Ervaren ( moes)tuinders weten al precies wat ze gaan planten, vaak hetzelfde als voorgaande jaren, af en toe wat nieuws. Ervaring leert, elk jaar een andere opbrengst maar ook een andere tegenslag. Zij zullen ook niet zo snel last krijgen van de zaaikoorts of zijn er in ieder geval goed op voorbereid. Wat 2015 gaat brengen, is afwachten. Hoe verloopt het voorjaar? de zomer? Veel regen of juist te weinig? Weer iets te veel slakken, muizen of konijnen in je tuin? Niet te voorspellen. Begin deze maand dus maar met het bestuderen van de zaailijsten en sites van verschillende leveranciers en spijker je kennis bij die je kan vinden op internet of in een van de vele moestuinboeken. En dan, als het tijd is en de zaaikoorts hoog oploopt in het hele land begin je met zaaien, verzorg je de planten met de nodige aandacht en geniet je van de oogst.
Tuinieren en plantenkennis heb ik o.a. doorgekregen van mijn vader en die weer van zijn vader en zo verder. De familie van Bergenhenegouwen is een bekende naam in de kwekerswereld. Begonnen als groente en kleinfruit kweker, maar ergens in de jaren ’20 van de vorige eeuw is de familie overgestapt op de teelt van vaste planten. Ik heb al eerder vermeld dat mijn Opa zijn eerste plantenkennis haalde uit de vele boeken die hij kocht. Uit een daarvan zal ik komende maanden wat laten zien door middel van foto’s. Het is een handboek voor de tuinder, vertaald in 1767, waarin kweek en oogsttips beschreven staan. Zo zie je maar, tuinboeken met kweektips worden al eeuwen geschreven en elk jaar worden ze weer opnieuw geraadpleegd om een zo goed mogelijk gewas te krijgen en een zo groot mogelijke opbrengst.
Allium betekent ‘look’. De soortnaam neapolitanum ‘italiaans’, ‘uit napels’
Eetbaar: bloemen, blad, bol
Blad: rauw of gekookt. Lekker in salade, beetje zoet, knoflookachtige smaak. De bladeren kunnen geoogst worden van laat in de herfst tot het voorjaar. De bol: rauw of gekookt. Oogsten midden zomer als de plant afsterft. Je kan ze een maand of 6 goed houden. De bolletjes zijn zo’n 10 tot 20 mm doorsnee. Bloemen: rauw of gekookt te eten. Mooi en lekker in salades.
Populaire naam Nederland: Bruidsuitje, bloemen worden vaak (in april en mei) in bruidswerk gebruikt, ruiken zoet.
Bloemkleur: puur wit, bij zonnig weer ontwikkelen de bloemen een zoete geur.
Bloeiperiode: April-Mei
Hoogte: 30 cm
Plantdiepte:10 cm
Plantafstand: 15 cm
Lichtomstandigheden: volle zon
De plant is makkelijk in de tuin. Ze houden van een zonnige plaats in lichte goed gedraineerde grond. Oudere planten zijn bestand tegen droogte en ze zijn winterhard. Deze allium sterft af in de zomer. De nieuwe groei komt in de late herfst en de eetbare bladeren zijn er gedurende het grootste deel van de winter. Groeit goed met de meeste planten, vooral rozen, wortelen, bieten en kamille, maar het remt de groei van peulvruchten. Deze plant is een slechte buur voor luzerne.